Afspraak in de polikliniek
Bij epilepsie of een vermoeden daarop, is het belangrijk dat de arts een zo volledig mogelijke beschrijving krijgt van de aanval. Zowel het verhaal van de persoon die de aanval heeft gehad, als van de mensen die er bij zijn geweest. Vraag uw omgeving dus hoe uw aanval eruitzag. Als degene die erbij was, niet mee kan komen naar de afspraak op de polikliniek, kunt u vragen of hij/zij een beschrijving wil opschrijven of dat hij/zij gebeld mag worden voor meer informatie.
Soms kan een filmopname uitkomst bieden, zeker als de aanvallen zich vaker voordoen. Deze opname kan iemand in de omgeving maken met bijvoorbeeld een mobiele telefoon. Het kan ook handig zijn iemand mee te nemen die de aanval heeft gezien. Ter voorbereiding op het gesprek kunt u de volgende vragen beantwoorden. Dat kan helpen om een goede aanvalsbeschrijving te maken en uw arts goed te informeren:
- Voelde iemand de aanval aankomen?
- Hoe begon de aanval?
- Hoe zag de aanval eruit?
- Waren de ogen open of dicht? Stonden de ogen naar een bepaalde kant?
- Waren er bewegingen in gelaat, armen, benen, romp?
- Was iemand slap of verkrampt?
- Hoe lang duurde de aanval?
- Was er urineverlies?
- Had iemand op de tong gebeten?
- Ging de aanval vanzelf over?
- Waren er nog verschijnselen na de aanval (verwardheid, slaperigheid, hoofdpijn, spierpijn)?
- Hoe vaak heeft iemand een aanval? Dit is bij te houden in een aanvalskalender of via de epilepsiemodule in MedApp op uw smartphone.
Zet uw vragen op papier
Eenmaal bij de arts in de spreekkamer, vergeten veel mensen wat ze wilden zeggen of vragen. Daarom is het handig om thuis uw vragen op papier te zetten en dit papier mee te nemen naar de arts. Ook vinden veel mensen het prettig om een familielid of vriend mee te nemen. Wees niet bang uw vragen te stellen, als patiënt hebt u recht op duidelijke informatie.

Lees verder voor meer informatie Telefoonnummer 043-387 65 00
e-mail: Polikliniek.neurologie@mumc.nl
Routeplanner